343
Oct. 1903 de goed gestelde circu-
secretaris Dr. H. Brugmans met de mede-
deeling dat er meer afwisse
ling zal komen door het op
treden van twéé sprekers op
één avond. En 31 Oct. 1904
deelt onze wakkere voorzitter
Margadant ter gelegenheid
van het LXXste jaarfeest
mee, dat het ledental weder
tot even 200 gestegen is,
en gaat hij voort„Oefening
„kweekt kennis is ondanks
zijn ouderdom nog niet ver
ouderd.” Zelf gevoelt de
praeses, wat het gezichtsver
mogen betreft, zich verjongd,
getuige dat hij den stalen
„Deze tweede lente
en een
toestand uiteen en verzucht met Hamlethet is geworden
to be or not to be, maar verlangt nog geen doodvonnis
uit te spreken. Toch twijfelen velen of „Oefening” nog
de kracht zal hebben om een verjongingskuur te onder
gaan. Zal men dan vragen anderen den patiënt
den natuurlijken dood laten sterven? Ziedaar, M.H.een
en ander naar de letter uit de notulen tot een distel-
kransje saamgebonden, liefst met de bijgedachte mijner
zijds, dat ik op het 75-jarig feest, zooals men natuurlijk
verwacht, eene feestrede zal moeten houden. Dubbelzinnig
voorrecht den praeses beschoren, met een gevoel alsof
hij zich heeft voor te bereiden tot een begrafenis en het
uitspreken van een lijkrede. Maar neen! Moed gehouden.
Luctor et emergo. Al worstelend blijf ik boven.
Daar verschijnt 12
laire van onzen
W. J. van Zeggelen.
bril op het voorhoofd schuift.
besluit hij bloeie voort, waarop een zomer
HET GENOOTSCHAP „OEFENING KWEEKT KENNIS*’.