F ,7'?' 347 Vt:' l TST M L a J. J. L. ten Kate. onvergetelijke secretaris Campbell. Aan- van Ilensbroek in het reeds HET GENOOTSCHAP „OEFENING KWEEKT KENNIS”. nemers aan het servetje in levenden lijve met de pen voor tijdgenoot en nakomeling heeft bewaard. Al te groote getrouwheid in de schildering van sommige persoonlijke eigenaardigheden moest helaas wel hier en daar en te recht afkeuring wekken. Erger nog had Jonckbloet het in vroeger dagen ge maakt in zijne „Physiologie van den Haag”. Ik ga eindigen, maar niet zonder een slotwoord mijner persoonlijke verwachting van Oefenings toekomst, vooraf gegaan door eën in memoriam aan de vele coryfeën, die in deze derde kwarteeuw van ons zijn heengegaan, maar bij hun leven in de volle kracht hunner gaven hier bij herhaling zijn opge treden, of door hun persoonlijken invloed of hun werkzaamheid in ons bestuur luister hebben bijgezet aan onzen kringdr. Jonckbloet en mevrouw Bosboom-Toussaint; de gevoelvolle dichter De Buil, de Kennemer-meistreel Hofdijk en de klassieke Vosmaer, prozaïst, kunst dichter en kunstbeoefenaar; Jan Jacob Lodewijk ten Kate, die igjaar oud zijn eerste gedicht „Ahasveros op den Grimsel” in „Oefening” voor droeg en onze gaande hem schreef Boele bovengenoemd Feuilleton „Hij sprak alleen op de algemeene vergadering en dan las hij met kalme stem het Verslag, dat, eiken spreker besprekend en waardeerend met buitengewone humaniteit en met eene goede dosis Attisch zout, toch voor de kenners wel eens naar zoet-zuur zweemde. „Eens slechts heb ik de Olympische kalmte van hem

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 386