30
VIII.
Op huijden den 2oen September 1664, compareerden voor mij
Reijnier van der Nijburgh, openbaer notaris, bij den hove van
Hollandt geadmitteert, in ’s-Gravenhaege residerende, ende
voor de getuijgen naergenoemt, den eersamen Christoffel ende
Johannes Damen, beijde gebroeders, jegenwoordich alhier woon-
achtich, ter eenre ende Hendrick Gotssen, jongman, ter andere
zijde, dewelcke comparanten te samen verklaren in alle minne-
lickheijt met den anderen zijn verdragen ende geaccordeert,
alles in manieren hiernaer volgende, te weten:-als dat den voor
noemden Hendrick Gotssen gehouden sal wesen, waerinne hij
hier zijn selven is ende blijft verbonden bij den voornoemden
Christoffel ende Johannis Damen te blijven ende aldaer te exer
ceren, soo boven op de hoogcoorden te vanteceren als in ’t
springen op het tiaterom als anders, ’t geene de twee eerste
comparanten, als wesende zijne meesters, mede van deselve
kunst van springen als coorendansen gebruijcken, hem daertoe
sal hebben te laten gebieden, ende alles in behoorlijcke dienst
volgens commande alsvooren sal hebben te laten gebruijcken,
sender eenich tegenseggen, ende dat geduerende den tijt van
een geheel jaer, ingaende nu toecomende Amsterdamsche carmis
anno 1664, ende sal wederom expireren Amsterdamsche kermis
1665 daeraenvolgendenochtans met soodanige conditie ende
stipulatie, dat hij Hendrick Gotssen van zijne voornoemde
meesters van date deses aff, soo dick ende menichmael zij
sullen speelen ende haere kunst sullen exerceren, yder dacli
daervooren sal genieten drie gulden ende thien stuijvers tot
Passchen eerstcomende ende wederom van nae Paetschen tot
de expiratie van de voorss. gestipuleerde tijt voor yder dach,
soo waermede zij in eenige steede op plaetse sullen speelen,
een somme van vier guldens sonder meer, waerbij de twee
eerste comparanten belove, soo wanner den voornoemden Hen
drick Gotssen haer in alles getrouwelijck sal bijstaen, boven
zijn bedongen dachhuijr noch te geven een eerlijeke reconutie
ofte schenckinge, waer bij hij te vrede zal zijn, alles ter discretie
van deselve, sonder dat den voornoemden Gotssen niet ge
houden ofte in zijn vermogen zal staen, zedert ende geduerende
dese contracten, hemselven bij eenige andere meesters ofte
voor zijn persoon, hetzij bij wie hetselve soude mogen wesen,
in deselve kunst te laten gebruijcken, maer aen deselve sullen
blijven verbonden tot het uijteijnde toe. Voor alle hetwelcke
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.