DE LUCHTREIZIGERS BLANCHARD IN DEN HAAG. 1807. 357
de vervaardiging van
reeds tegen Zaterdag
aan zijn ballon toegebracht, bleek niet minder dan 1082
gulden te bedragen. Den moed gaf hij evenwel niet op.
Reeds den volgenden dag beloofde hij het publiek genoeg
doening. Zijne vrouw zoude zoo spoedig mogelijk op
nieuw in Den Haag opstijgen. De inteekenaren behielden
hun recht op toegang tot het terrein ten dage der her
haling. Hij alleen zoude de schade dragen. In zijne tot
de inwoners van Den Haag gerichte publicatie, zeide hij
onder meer „om de teleurstelling van het publiek te
vergoeden, heb ik op mij genomen mijne echtgenoote op
hare 10e opvaart in de lucht te vergezellen. Dit zal mijn
60e reize zijn, welke ik mij anderszins voorbehouden had
voor mijne luchtvaart uit Frankrijk naar Engeland bij den
Vrede. Maar de omstandigheden doen mij besluiten
dezelve hier in Den Haag te doen, zonder andere vol
doening te begeeren, dan die om mij de algemeene achting
waardig te maken, zooals ik die hier te lande voor 22
jaren en sedert in de twee werelddeelen bij alle souve-
reinen verworven heb”. Blanchard, over wien in al de
hem betreffende schriften van zijn tijd wordt gesproken,
als van een door en door fatsoenlijk man, hield zijn
woord. Hij begon onmiddellijk aan
een nieuwen grooteren ballon en
4 Juli kon de nieuwe opstijging worden aangekondigd.
De nieuwe ballon was eene naar de uitvinders zoo
genoemde Montgolfiere. Hij was vervaardigd van rood en
wit gestreept doek en werd door middel van een in den
grond gegraven fornuis gevuld met verwarmde lucht.
Aan den ballon waren twee teenen manden bevestigd,
voor elk der luchtreizigers eene afzonderlijke.
Op den bepaalden dag waren de belangstelling en de
opkomst van het publiek haast nog grooter dan de vorige
maal. Doch ook nu kwam een ongeluk de opvaart be
letten. Het in de Fransche taal gegeven bevel, om de