DE LUCHTREIZIGERS BLANCHARD IN DEN HAAG. 1807. 359 van ongeveer een half uur kwamen de onverschrokken luchtreizigers tusschen Nootdorp en Pijnacker aan land en wel op het erf van den vischboer Pieter Hogevoorst, die den luchtschippers in het terugbrengen van den ballon naar Den Haag zeer bereidwillig ten dienste stond. De ballon zoude geheel onbeschadigd zijn gebleven, ware het niet, dat de toegeschoten landlieden „nog eenig vuur in het fornuis bespeurende, uit onkundigen ijver hetzelve met den Bol in het water gedompeld hadden, ten einde alzoo den vermeenden brand te blusschen”. Teruggekomen in Den Haag, werden de luchtreizigers overgoten met gelukwenschingen en het geval werd als nog pikanter beschouwd, toen zij wisten te verhalen, hoe zij hoog in de lucht den Franschen aëronaut Augustin hadden gezien, die ongeveer terzelfder tijd te Rotterdam was opgestegen en, naar later bleek, mede eene zeer voorspoedige reis had gehad. Tijdens de opstijging hadden de reeds 70-jarige Blanchard en zijne jonge vrouw de toeschouwers voort durend gesalueerd met een tweetal vlaggen, daartoe op zettelijk medegenomen en die van het Hollandsche wapen waren voorzien. Nog in den avond van den dag der opvaart begaf mevrouw Blanchard zich naar de woning van Zijne Exc. den minister van Binnenlandsche Zaken en bood hem hare vlag aan als een bewijs harer dank baarheid en als eene hulde aan „den weldenkenden minister van een vorst, die de wetenschappen en de kunsten bemint en beschermt”. De heer Blanchard zelf ging den volgenden dag op naar Zijne Exc. den minister van Frankrijk hier te lande en bood dezen onder gelijken dank- en huldebetuiging zijne vlag aan. Beide ministers namen het geschenk „gratieuslijk” aan. Zoo eindigde de vertooning der onversaagde echtelieden Blanchard, eene vertooning, die drie maanden lang de nieuwsgierig-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 398