3i
IX.
Quod Attestor,
R. van der Nijburgh, not. publ.
Hiervan op den 21 date ten weederzijde dubbelt gelevert.
Protocol van notaris R. van der Nijburgh.
voorss. staet, zij comparanten ten wederzijde zijn verbindende
haer respective persoonen ende goederen, roerende ende on
roerende, present ende toecomende, egeen van deselve uijt-
gesondert, d’selve subjecterende allen heeren, hoven, rechten
ende rechteren, consenterende mij notaris hiervan te maken
ende te leveren acte in forma. Aldus gedaan ende gepasseert
ter presentie van Joost van der Linden, boode van de Edele
Achtb. burgemeesteren deser stede, ende Herman van der Beeck,
als getuijgen van geloove hiertoe versocht, etc.
Christoffel Damen. Jan Damen.
Henrij Godsson.
Joost van der Linden.
Herman van der Beeck.
Op huijden den 23BI! dagh February desjaers zestienhonderd acht
ende vijftich, sijn mr. Antonis Copal ende d’heer Hendrick Bruno
Wildelant ’t saemen veraccordeert als volcht, te wetendat
d’ heer Wildelant aen de voornoemde Copal sal openbaeren,
bij geschrifte overgeven ende leeren sijne wetenschappen,
consten ende secreten, soo van de chimie, medicine, als andere,
al soo wel ende soo goet als Wildelant deselve kan, met
het manuael ende de handtgreepen van dien; ten welcken eijnde
de heer Wildelant heeft overgelevert aen mr. Copal tot vol-
doeninge drie distinckte boecxkens, die hij 't allen tijden, des
versocht sijnde, claerlijck ende ter goeder trouwen aen hem
Copal sal uijtleggen ende onderrichten; ende ’t selve gedaen
sijnde, sullen gemelde boecxkens de heer Wildelant wederom
geworden in eijgener forme, hem Copal nu gelevert, waertegens
de voornoemde Copal aen voornoemden Wildelant belooft te
te betalen tott eene vereeringe de somme van sess hondert
Carolus guldens. Ende sullen alsdan de voornoemde Copal ende
Wildelandt, gesaementlyck ofte elck bysonder, met onderlinge
goetvinden ende kennisse beginnen datelyck mette aldereerste
ende beste occasie binnen de veerthien dagen naer ons arrive-
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.