VAN EEN AAP IN 1777.
Allicht zal het den lezers bekend zijn dat Prins Willem V,
die mededeed aan de mode-liefhebberij van zijn tijd voor
de natuurlijke historie, te ’s Gravenhage een „kabinet”
bezat, waarin eene destijds zeer interessante curiositeiten
verzameling was bijeengebracht. Dit rariteiten-kabinet was,
volgens beschrijvingen en plattegronden uit dien tijd,
gevestigd in het huis van Noyelle, het linker hoekhuis
van Buitenhof en Vijverberg. Behalve dit kabinet bezat
de Prins ook eene diergaarde zij het ook op beperkte
schaal welke zich bevond op het zoogenaamde „Kleine
Loo”, een buitengoed achter het „Huis ten Bosch.”
Deze verzamelingen deelden, in het revolutie-tijdperk,
het lot van zoovele andere eigendommen: de Franschen
namen het beste en mooiste voor zich mee. De Prins
echter had een gedeelte in veiligheid weten te brengen,
en later kwam nog een deel weer terecht in de verza
meling te Leiden.
Directeur van kabinet en diergaarde was, sedert 1770,
de heer A. Vosmaer, een talentvol man, die met hart
en ziel bij zijn werk was en geen moeite spaarde om
’s Prinsen verzamelingen te verrijken. Het schijnt zijn
hoogste ideaal geweest te zijn een „elephant” en een
orang-oetan rijk te worden, en zijne voortdurende po
gingen daartoe werden ten slotte met een goeden uitslag
bekroond.