369 VAN EEN AAP IN 1777. onedelmoedig voorbeeld, van lage onwaarheden, te volgen, dat zijn Ed. in allen deelen (vrij waarschijnlijk op een valsch bericht) bezijden de waarheid spreekt, in zijne noot op het stuk van den orang-outang. Alle de omstandigheden na het overlijden van het dier voorgevallen ('t welk opgevuld in ’s Prinsen kabinet, met volkomen goedkeuring geplaatst is) zijn te wijdloopig om hier aan te haaien; de blijken der hooge goedkeuring van mijn gedrag in deze zaak gehouden, kan elk, zulks verlangende, bij mij en zelfs in onzijdiger plaats zien. Het scheeld dikwijls zeer veel, hoedanig men eene zaak voordraagt: juist is dit hier het geval. Ik heb, in den striktsten zin genoomen, alleen datgeen doen geeven, ’t geen ik beloofd had; het kabinet vorderde dit zeldzaame schepzel; mijn op zetter, wezendlijk een zeer bekwaam konstenaar, zoude elk, die hem zulks vergde, zekerlijk gezwooren hebben (doch elk zal hem lichtelijk gelooven) dat hij dit schepzel, zonder den kop en de pooten aan het vel te behouden, niet kon de opzetten mogelijk weet de heer Forster daartoe eenen aan ons onbekenden raad. Wegens de beschuldi gingen en gevolgtrekkingen van zijn Ed., die mij raaken deeze worden hem vergeeven, als vrij ongelukkig misleid ■zijnde, met toewenschinge, dat zulke onwaarheden geenen invloed op de leezers zijner Reize mogen hebbenver mits de meesten veel al vorderen, dat een reiziger de zaaken, die hij verhaald, dikwijls van meer dan eene zijde beschouwd, en wat verder ziet, dan zijn neus lang is”. Doch met deze verantwoording alleen was Vosmaer niet tevreden; hij schijnt zoozeer vervuld geweest te zijn van die apen-geschiedenis dat hij (vrijwillig of op last van hoogerhand?) het volgend nauwkeurig en uitgebreid verslag schreef, voorzien van bijlagen. Dit stuk berust nog, met de andere aangehaalde bescheiden, in een bundel Pieces relatifs a l’affaire de l’ourang-outang 1777”. 24

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 408