375 VAN EEN AAP IN 1777. Ik ben UWeEd. W. Dr. Vosmaer. Jan.Is de oerang-oetang gestorven. Donderdag 23 dito Ontfangen, ’s morgens 1 o a 11 uuren. N°. 1. 1777 Woensdag 22 ’s Hage den 26 Janu. 1777. N°. 2. De kist met al hetgeen van de oerang-outang overig is, en volgens order van Zijne Hoogheid bij U staat ten behoeve van den heer Camper, moet, zoo ras als hetzelve in gereedheid zal zijn, bij mij gezonden worden, of ik zal dezelve laeten haelen, voor ’t overige blijf ik met de gevoelens, die uwe handelwijze verdiend (is getekend) Hemsterhuys. Wel Edele Heer, 2 a 3 dagen de oerang-oetang gestorven zijnde, is reeds opgezet, doch de romp, met alle de ingewanden er in, staat reeds bij mij in spiritus, en ik heb deeze morgen mondelinge order van Zijne Doorl. Hoogheid ontfangen dezelven aen de heer Camper te zendenik moet nog een kisje laeten maaken om de fles in te doen pakken, die zeer groot is, en twijffel of het niet best zal zijn na de gedaene vorst te wagte, vermits voor het breeken der fles beducht ben en het nu niet bederven kan, of belieft UWEd. dien te verzenden, zij staat ten dienste van de heer Camper.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 414