’T BLIJFT ORANJE BOVEN!
Eindelijk, na lange dagen van spanning en angstig af
wachten, hebben de kanonnen gebulderd en de kerkklokken
geluid; van alle zijden wapperen vlaggen en wimpels, alom
tooit zich een ieder met de geliefde oranjekleur; in stilte
is dank gebracht en overluid wordt de jubel uitgekreten
met diepe aandoening en erkentelijkheid, met onuitspre
kelijke geestdrift begroet geheel Nederland de geboorte
der Koninklijke prinses Juliana van Oranje-Nassau.
En wel is daar reden tot danken en tot jubelen voor
eene natie, welke zoo duidelijk toont zich bewust te zijn
van hetgeen het feit dier geboorte te beteekenen heeft
want, wat de uitbarsting der nationale vreugde kenmerkt,
is niet alleen de zeer natuurlijke verheuging in eene
gebeurtenis, die het levensgeluk verhoogt eener innig ge
liefde Koningin, het is bovenal het besef van het onder
pand dat daarin verkregen is voor het voortbestaan van den
historischen band tusschen Oranje en Nederland, bij ver
breking van welken band de onbescheiden speculation
der buitenlandsche pers hebben dat laatstelijk nog duidelijk
genoeg aangetoond Nederland al spoedig ernstig gevaar
zou loopen niet lang meer Nederland te wezen.
Hoe vaak moeten dan ook in de laatste dagen, ’t zij