’t blijft oranje boven
382
,,’t is Oranje ’t blijft Oranje
’t is Oranje boven”!
als bemoediging in de uren van onzekere afwachting, ’t zij
daarna, als uiting van dankbaarheid voor de geschonken
uitkomst, bij menigeen als van zelve de woorden van den
ouden volksdeun op de lippen zijn gekomen:
Doch, in de stemming waarin een iegelijk onzer door
de „blijde gebeurtenis” gebracht is, gaan de blikken niet
enkel uit naar hetgeen de toekomst beloven mag; ook
naar het verleden wordt teruggezien, al zij het slechts
om zich rekenschap te geven van de wording van een
band, welks bestendiging van zoo overwegend belang is voor
ons volksbestaan, en met ingenomenheid gedenkt daarbij
inzonderheid de Koninklijke Residentie, hoe menigmaal zij
in den loop der tijden getuige heeft mogen zijn van de
geboorte en den doop van spruiten uit het Huis van Oranje.
Toch is dat voor de eerste maal niet dan vrij laat voor
gekomen, lang nadat de donkerste dagen van den strijd
tegen Spanje en de vrijwording der Vereenigde Nederlanden
voorbij waren. Zoolang die eerste bange tijd duurde was
’s Gravenhage bijkans ontvolkt en verlatendientengevolge
mag het zich dan ook niet beroemen de geboorteplaats te
zijn van een uit het talrijk kroost van prins Willem I.
„Saevis tranquillus in undis” luidt de welbekende lijf
spreuk van den grondlegger onzer vrijheid, het emblema
verduidelijkend van een halcyons-nest, dobberend op de
baren; en hoe juist dat zinnebeeld gekozen was, wordt als
’t ware aanschouwelijk, wanneer men de verschillende
plaatsen nagaat, waar de kinderen uit zijne opvolgende
huwelijken geboren werdendie uit den eersten en den
tweeden echt te Buren en te Breda, destijds vorstelijke
residentiën, ook te Brussel, waar de Landvoogdes haar
Hof hield; vervolgens te Dillenburg, ver van het oorlogs-