UIT GROEN’S OUDERLIJK HUIS.
van
en het daar blijkbaar
Onder degenen, die in het laatst van 1813, hunne
huizen ter beschikking van het voorloopig bewind had
den gesteld, behoorde ook Groen’s vader, Dr. Petrus
Jacobus Groen van Prinsterer.
Bekend is het hoe, den 4 December, de Pruisische
generaal Friederich Wilhelm von Bülow, die, door zijne
overwinningen op Oudinot en Ney, bij Grossbeeren en
Dennewitz, zooveel tot Napoleon’s val bijdroeg, bij hem
zijn intrek nam, maar ik vond, tot dusverre, nergens
vermeld, dat de doctor en zijne huisvrouw, in die dagen
nog andere, vreemde bevelhebbers gastvrijheid hadden
verleend.
Daarom scheen het mij niet onaardig hier twee brieven
den Russischen majoor Marklay mede te deelen,
die, toen ook, een tijdlang in de fraaie woning op den
Korten Vijverberg gewoond heeft
goed heeft gehad.
De majoor behoorde tot de voorhoede van het leger
van generaal Benckendorff en commandeerde de afdeeling
kozakken, die in den vroegen morgen van den 24 November
voor Amsterdam, was verschenen om die stad in naam
der geallieerden, te bezetten. Hij was een beschaafd, vrien
delijk man, aan wiens taktvol optreden Kemper en Fannius