Adriaen Jansen. 53 XXIX. Adrijaen Jansen van Boshuijsen. Cornelis Jansen van de Weerck. Protocol van notaris J. de Jonge Cornelis Jansz. Annocque, oudt 48 jaren ende Arijaen Jansz. Boshuijsen, oudt 25 jaren, ende hebben ten versoucke van Dirck Jacobsz. Joncheer geattesteert ende verclaert op haere eere, vromicheijt, in plaetse van eede, die sij tot allen tijden des versocht ende noot sijnde bereijt sijn te recolleren, hoe warach- tich ende haer beijde seer wel kennelijck is, dat hyer in den Schravenhage voorss. tot den Ambassadeur van den Coninck van Vranckrijck, desgelijcks totten Ambassadeur van Venetien, de Roomsche religie openbaerlijck alle dage geëxerceert, ge- predickt ende volcomen dienst gedaen wordt, ’t welck des noot ick notaris ondergeschreven insgelijcx attestere ende tot di- versche reijsen het volck met menichte daeruijt den dienst hebbe sien comen. Aldus gepasseert ter presentie van Cornelis Jansz. Brouwer ende Ariaen Jansz., coopman tot Rotterdam, als gelooffwaerdige getuijgen hyertoe geroepen. C. Jansz. Annocque. Op huijden den iiden Aprilis 1643, compareerde voor mij Pieter van Groenevelt, openbaer notaris etc. Anthony van der Hulst, saedelmaecker, out in de veertich jaeren, ende Jacob Jacobsz. van Ouerverveen(?), cleermakers-gesell, out omtrent 18 jaeren, ende hebben gesamentlijcken ter requisitie ende ver soucke van Jan Pietersen Schep, meester cleermaecker, mede woonende alhier, getuijcht, verclaert ende gedeposeert waer- achtich te wesen, dat op Goevrijdach lestleden, geweest sijnde den 3d=" deser ’s mergens tusschen seven ende acht uren, sij deposanten gesien hebben, dat de schout Pollenburch in de Molenstraet, daer de requirant ende hij van derHulst is woonende, gecomen is, soeckende te stooren een bijeencompste van de paepisten ende dat deselve schout, soo ’t scheen de plaetse van dien niet wel connende vinden, een jongen bij de requirant werckende, genaemt Jan Victoors, van de winckel is affgeloopen ende den voorschreven schout, (soo sij deposanten daernaer verstonden), de plaetse van de voorseide bijeencompste heeft aengewesen, sonder dat de voorseide requirant daertoe aen den voornoemden jongen eenige de minste last gegeven ofte UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1909 | | pagina 61