Joris de Caulery.
C. van Vliet.
67
Protocol van notaris P. van Groenevelt.
Willem Rottermont.
Pieter van Groenevelt, nots. publicq 1640.
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
gelaeten. Verclaerende de voorss. Caulerie, Van Beurderen ende
Rottermont gesamentlijcken, dat den meergenoemden Johannis
Oisel s’avons weder gecomen is ten huijse van hem Caulerie
ende in de saele wesende aldaer veele cueren, eerstelicken
met dansen, singen ende springen aenrechtende, daernaer hem
Rottermont sonder eeniche oorsaecke voor’t hooft geslagen heeft,
dat hij bijnaer ter aerdenviel, ende hem Van Beurderen tegens
’t lijft stootende, dat hij op Jt vier was vallende. Oock mede
dat ter selver tijde ende stonde in’t voorss. saleth was sittende
d'heer collonnel Morgan, gouverneur van Bergen-op-Zoom,
ende d’heer collonnel Herberts, seggende hij Oisel tegens de
gemelte heer collonel ende gouverneur Morgan te wesen
sergant van de guarde, dat sij oock den voorn, heer Morgan
hebben hooren seggen, dat de voorss. Oisel in sijn ende des
voorss. heer Herberts presentie, ’t voorss. conterfeijtsel van de
plaets, daer ’t was hangende, genomen ende uijt den huijse
gedragen heeft. Getuijgende sij deposanten mede gesien te
hebben, dat de voorss. Oisel de voorss. confitueren uijt sijn
coffer nemende, gepresenteert heeft d’selve te schencken eerst
aen de gemelde heer Morgan ende daernaer aen den heer van
Duijckenburch. Sulcx dat sij deposanten uijt alle de voorss.
actiën niet anders en hebben connen bespeuren, dan dat de
voorss. Johannis Oisel een dul ende rasent mensch was ende
hem oock soodanich alhier heeft aengestelt, soodat de meer
genoemde Caulerie in presentie van haerVan Beurderen ende
Rottermont den voorss. Oisel met een tou aen sijn voeten
heeft moeten binden ende hem op een earner gebracht, mits
gaders aen een betstede vastgemaect omme vordere onlusten
voor te comen. Eindigende sij deposanten hiermede haere de
positie, presenteerden deselve t’allen tijde, des noot ende in cas
van recollement versocht sijnde, voor alle rechten ende rechteren
met solemneele eede te confirmeeren ende bevestigen. Aldus
gedaen ende gepasseert in ’s Gravenhage, ten dage endejaere
voornoemt ter presentie van Cornells van Vliet, mede notaris,
ende Thomas Winmerbeeck, als getuygen hiertoe gerequireert.
Abraham van Buerderen.
Thomas van Winmerbeeck.