86
HAAGSCHE OPSTOOTJES IN DEN PATRIOTTENTIJD.
de Prins het mikpunt van de aanvallen der anti-stadhou-
derlijke partij. Geen ongelukje of het werd hem voortaan
geweten. Onze marine was in den oorlog ontegenzeglijk
allerjammerlijkst te kort geschoten. Zij had vooral op haar
kerfstok, dat in het begin van den oorlog onze koop
vaarders onbeschermd bij tientallen in handen van de
Engelschen gevallen en buitgemaakt waren. Haar plicht,
bescherming te verleenen, had zij nagenoeg verwaarloosd.
Maar ook voor haar grootste taak, de offensieve kracht,
bleek ze slecht berekend.
Wat was n.l. het geval?.
In overleg met Frankrijk had men een plan van aan
val opgesteld, waarbij bepaald was, dat men een es
kader zou zenden om zich met de Fransche vloot te ver-
eenigen, teneinde gemeenschappelijk de Engelschen aan-
tevallen. Zoo goed mogelijk is dan ook een eskader door
ons uitgerust, en in zee gestoken, maar in plaats van
de reis zijner bestemming, naar Brest te vervolgen, maakte
het eskader halverwege rechtsomkeert, en het Neder-
landsche eskader keerde zonder een schot gelost te hebben
in de havens terug.
Hevige verontwaardiging in Holland was hiervan het
gevolg. Het regende verwijten aan het adres van den
Prins, terwijl als motief van den terugkeer een onvol
doende uitrusting werd opgegeven.
Die mislukte tocht van Brest was een jammerlijk échec.
Als men het goed nagaat niet in de eerste plaats voor
den Prins, hoewel het dezen ook wel trof, maar zeker
voor de Hollandsche regenten, die na 1770 den Prins
weinig gesteund hadden in zijn plannen tot verheffing en
uitbreiding der vloot, onder invloed van de inblazingen
van den Franschen gezant.
Heftige aanvallen op het beleid van den Prins zijn niet
temin het gevolg. De toon der regenten tegen hem wordt