87
HAAGSCHE OPSTOOTJES IN DEN PATRIOTTENTIJD.
hoe langer hoe meer geprikkeld en dit wel op een mo
ment, dat de arme Willem V ongeveer nergens in de
geheele Unie een krachtig steunpunt tegen den aanval
wist te vinden.
Daarboven verzwaarden onhandige aanhangers nog zijn
moeilijkheden, door het uitlokken van betoogen hier in
Den Haag, die natuurlijk niets bewezen en alleen ver
bitterden.
Ik meen dit vooraf te moeten laten gaan om te komen
tot eene juiste waardeering van hetgeen zich in den Haag
in den Patriottentijd heeft afgespeeld.
Het is hier van 178286 voortdurend onrustig geweest,
terwijl er een drietal crisissen zijn voorgevallen, die wij
thans niet beter kunnen betitelen dan opstootjes, relletjes,
zoo men wil, maar die den tijdgenoot veel ernstiger voor
kwamen en door de hoogste magistraat van dien tijd deftig
bestempeld werden met den naam van „Oproeren”.
De indruk, dien zij in het land gemaakt hebben, is in
geen van drie gevallen geheel overeenkomstig het uiterlijk
voorkomen. Dat zij echter van heel ernstige beteekenis
hadden kunnen zijn, zal niemand ontkennen, die weet, dat
de massa een onberekenbaar lichaam is en het in beroering
brengen van die massa consequenties hebben kan, die
niemand van te voren vermag te overzien.
Het eerste opstootje is het zoogenaamde St. Nicolaas-
oproer van 1782.
Wat was er nl. gebeurd?
Tegenover de heftige verwijten, die den Prins over de
affaire van Brest in het bijzonder en over de vloot in het
algemeen naar het hoofd waren geslingerd, werd den Prins
aan de andere zijde een adres van marine-officieren aan
geboden, waarin tegen deze verwijten werd opgekomen en
waarin zij hun aanhankelijkheid betuigden. Dergelijke