2 Het blijkt niet, of wij hier met Amalia van Solms of met Maria Stuart te doen hebben. 2) Magnus Gabriel de la Gardie, de bekende Zweedsche staatsman, werd in 1622 geboren, werd in 1660 rijkskanselier en stierf in 1686. Prinses-Douairière van Oranje x), die den 19 Juli 1653 een zekeren André Orré in haar dienst nam „in qualiteyt als confiturier ende bottelier”; hij moest beloven, „dat hij alle tgene hem van wegen haere Hoocheyt sal werden ter handen gestelt, tsij van silverwerck ende alrehande andere saecken ende meubilen, naer behooren sal gade- slaen, ’t allen tijde wederom leveren, sulcx hem dye sullen gelevert werden” als borgen daarvoor treden twee Haagsche burgers, een bakker en een wijnkooper, op. In het tweede stuk zijn wij nog in de omgeving van het Hof (N°. II). „Sr. Joseph Dinant, intendant van de grotte ende fontainen van Sijne Hoocheyt den Heere Prince van Orangien ende syn rentmeester ende castelijn van ’t huys van Niebourgh bij Rijswijck”, sluit den 24 Maart 1654 een contract met Gillis Rossau, mr. hovenier, waarbij deze laatste zich verbindt in dienst te treden van „Sijne Excellentie d’heere Grave van La Garde”; het salaris zal 400 gulden bedragen; de benoemde zal vrijen kost en met zijn gezin vrije woning genieten, bovendien vrije livreikleeding, eindelijk vrijen overtocht naar Zweden want het is wel niet twijfelachtig, dat wij hier te doen hebben met den beroemden Zweedschen kanselier Magnus de la Gardie, die dus voor de verzorging van zijn tuinen het noodig achtte een hovenier uit Holland te laten komen 2). Van het hof dalen wij af naar nederiger sfeeren. Hier is een „france cramer” in den Haag, die voor den tijd van vier jaar een blijkbaar nog jongen bediende aanneemt, om hem „in sijne winckelhuysinge ende overal daer het hem aengeweesen sal worden, getrouwelijcken UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 10