EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW. I37
x) Josef Op de Muur „Mr. Koetseschilder” Transportregister
24 Mei 1759.
Vooral uit de laatste toevoeging sprak weer geheel de
zaken-man, die deze notitie als memorie-post uittrok.
Boven-achter was het zaaltje, dat naar den smaak van
de achttiende eeuw was ingericht. Aan dit zaaltje werd
bizondere zorg gewijd. „Monsf Op de Muur x) en zijn volck”
waren daar meermalen bezig „om te verven, den vloer
te boenen en de schilderijen daarin schoon te maken.”
Bij deze schilderijen zullen wij wel hebben te denken aan
wandbeschilderingen op doek tusschen paneelen, die de
eigenaar later ook in een testament vermeldt. Bovendien
hingen zijn schilderijen, grootendeels portretten, in een
andere, de zoogenaamde portretkamer.
Maar afgescheiden hiervan denk ik sterk aan wand
beschilderingen, niet alleen omdat het in dien tijd de mode
was „het zaaltje” aldus te verfraaien, maar meer nog,
omdat in 1737 in den Haag een fabriek voor wandbe
schilderingen gevestigd werd, juist den tijd waarin Mr.
H. v. P. veel werk van zijn interieur maakte.
In de notulen der Magistraats-vergadering van 23 Sept.
1737 kunnen wij het volgende vinden:
„De Magistraat van ’s Gravenhage, gezien hebbende de
requeste aan haar Ed. Aghtb. gepresenteert bij Bernardus
van Weenen, Mr. schilder alhier, te kennen geevende, dat
hij supplt. ’t seedert eenigen tijt heeft beginnen te schil
deren op henniplindenallerhande historiënland
schappen, jachten en andersints tot camer-behangsels, en
voorneemens is een fabrijck daarvan alhier in der Hage
op te rigten, niet twijfelende aan verder succes, alsoo
die behangsels, die uyt Duitschland coomen met de vraghten
en andere costen daarop loopende, niet minder maar wel