138 EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW.
Ned. Kunstbode. i88r. 4 Juni.
Van uit dit vertrek genoot men het uitzicht op den
streng-symetrisch aangelegden tuin met helder wit-begrinte
rechte paden tusschen stijf-strakke gazons met in den
vorm van beesten en pyramiden geschoren heesters. In
1737 zou die tuin aanmerkelijk worden vergroot en
verrijkt met een paar appelboomen, waaraan de eigenaar
met voldoening de „beuresgris” en „blanc” zag groeien.
Twintig jaren later noteerde hij zelfs over de 1100
peeren van twee boomen geoogst te hebben.
Had het zaaltje een modern karakter, in de portret-
meerder als zes en dertigh stuyver de elle werden ver-
koght, daar den suppliant deselve immers soo goed als de
haare, jaa beeter, zal connen leeveren voor dertigh stuyver
de elle in ’t vierkant en alsoo hij beducht is dat, als de
fabrijkeurs in Duytschland de vermindering van haar
debiet daardoor sullen verneemen, zij haar alhier sullen
coomen ter neer te setten, ende den suppliant groote prae-
judicie (nadeel, schade) souden toebrengen ende selfs
geheel ruineeren, versoeckende daertoe octroy; heeft
om reedenen voorn, den suppliant geauthoriseert ende ge-
qualificeert, gelijk hij geauthoriseert ende gequalificeert
word mits deesen, omme alhier in den Hage ende de
districtie van die met seclusie (uitsluiting) van allen an
deren soodaanigen fabrijck als voors. is, te moogen op
richten voor den tijd van vijf jaaren in te gaan met dato
deezes, en sullende expereeren met den 2360 Sept. 1742
op soodaanigen poenaliteyt teegens diegeene, die het-
selve alhier in den Hage en de districtie van dien, buyten
den suppl. souden moogen coomen te ondernemen, als
bevonden zal werden te behooren.
Actum. Hage 23 Sept. 1737.” 1)