I 42 EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE I 8DE EEUW.
Rietstap No. 2, pag. 150.
Vergel. A. Ising. Haagsche Schetsen III, p. 284.
2) Berichtboekje van den Haag. 1762 1763.
Register van de advocaten Hof No. 5936.
3) Transportboekvan’sGravenhage7Mei 1745.No.695,folio220.
en prinsgezind was (eigen
schappen die in de i8e eeuw nu juist niet altijd van
algemeene waardeering waren) schijnt Mr. H. v. P. een
geacht Haagsch ingezetene te zijn geweest, hetgeen o.a.
kan blijken uit het feit, dat hij deken was van de Molen-
straat-buurt en uit het begiftigen van zijn oudsten zoon
met een regiments-commando, waarvoor de vader wel
zeer invloedrijke connecties moet hebben gehad.
Den 3011 Nov. 1736 overleed zijne vrouw Maria de Moy.
Zij werd den óen December d. a. v. des avonds ten half
tien begraven „met 14 koetsen, 40 flambouwen en een
wapen vooruyt in de groote kerke in een graft van
Mevrouwe wed. Diert in ’t koor aldaar”. Uit dit huwelijk
waren zes kinderen geboren, waarvan het jongste Cornells
Het tweede, kleinere huis in de Nobelstraat, eveneens
aan Mr. H. v. P. toebehoorende, werd in 1755 bewoond
door Mevrouw van Schuylenburgh, weduwe van Mr. Jan van
Schuylenburgh (geb. 18 Sept. 1675; overl. 13 Juni 1735)
secretaris en griffier en naderhand raadsheer van de
nalatenschap van Willem-III, Koning van Groot-Brittannië,
raad en burgemeester van Haarlem, hoogheemraad van
Rijnland, met wien zij 9 April 1713 in tweede huwelijk
vereenigd was Bij haar woonde in, haar zoon uit het
eerste huwelijk, Mr. Johannes van Schuylenburgh, advocaat
bij het Hof 2).
Later woonde in dit huis de wed. Nolthenius.
Verder bezat Mr. H. v. P. land onder Papendrecht
en IJsselmonde en o. a. ook hier in den Haag aan den
Bezuidenhoutschen weg 3).
Hoewel hij goed katholiek