146 EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8nE EEUW.
1) Jurisdictiegeschillen. Med. 1906. p. 305.
2) Deze penning is nog in het bezit der familie.
kennis gaf aan den schout. En dit was geraden ook. De
advocaat Beelaerts had bij een dergelijk geval, toen er in
den nacht van 14 op 15 Maart 1753 was ingebroken
in zijn huis op den St. Anthonie-Burgwal tegenover de
Raamstraat, daarvan allereerst kennis gegeven aan den
onder-schout en eerst daarna aan het Hof. Dit werd
hem door het Hof ernstig kwalijk genomen en eerst na
opheldering, dat dit was geschied in de „groote perplexitijt
van het oogenblik” en na belofte van beterschap nam
het Hof den advocaat Beelaerts weder in genade aan 1).
De uitbreiding van den tuin en de nieuwe oranjerie
van ’37 was overigens als het ware een verwelkoming
van eene nieuwe meesteres in huis. Den 28en Januari 1738
toch sloot Mr. H. v. P., die toen 50 jaar was, een tweede
huwelijk met Jacoba Mathilda Boot (geb. in 1692 en over
leden te ’s Gravenhage 13 Jan. 1795) die op dat oogenblik
den leeftijd van 46 jaar had. Dit huwelijksleven was van
langer duur dan het eerste. Den 28en Jan. 1763 mocht
Mr. H. v. P. de volgende aanteekening in zijn dagboek
maken
„Heden is het Goddank geweest de 25-jaarige trouw-
„dagh van mijn en mijne tweede huysvrouwe Jacoba
„Boot, denwelken wij met veel vreugde hebben gevierd,
„present: de heeren en vrouwen van Melissant, jonk-
„vrouwe Anna Diert, Cornelis H. v. P. en zijne huys-
vrouwe Petronella Diert. Hebbende aan yder van die
„presente vrienden onder het drincken van het vriendelijke
„glaasje, daarop passende, uytgedeelt een fraye zilveren
„penning en aan d’absente kinderen mede een dito penning
„toegesonden,” 2) waarna den volgenden dag, met een
dankbaar hart, deze aanteekening wordt gemaakt