gescheyden,
Zijne
EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW. I47
„29 Jan. Den feestdagh van gisteren (wanneer wij
„eerst ten half drie uren des nachts waaren
„is ons (God Danck) seer wel bekoomen”.
Intusschen waren de kinderen, die allen uit het eerste
huwelijk waren, volwassen. De oudste zoon Johan, die
reeds 17 jaar was bij het sluiten van het tweede huwelijk,
was kolonel-commandant van het regiment Waalsche
dragonders en was in 1752 gehuwd met Theresia Maria
van Lintelo. Hoewel hij in 1744 door den Prins de Ligne
gratis werd vereerd met een standaard (een commando),
welke „gratis eer” den vader nog een wisseltje van ƒ750
kostte voor „equipage”, was zijn vader in 1746 in „con-
tinueele occupatie in het solliciteeren alommen” om een
compagnie dragonders voor zijn zoon Johan, hetgeen hem,
dank zij zijn vele invloedrijke relaties, blijkbaar gelukte.
De op dezen zoon volgende dochter Anna Maria was
in 1744 gehuwd met Jean Matthias Jacmain d’Ortho te
Mechelen, van wien wij in 1749 den i3en Mei de vol
gende aanteekening vinden
„Van dezen avondt ten halff 9 is mijn schoonzoon
„Jean Matthias Jacmain d’Ortho, ecuyer, door Zijn
„Hooghijdt aangesteld tot raadsheer ordinair over alle
desselfs landen, domeinen en intressen in Brabant en
„aan het Hofif tot Brussel met een tractement van drie
„duysent guldens ’s jaarlijcx, booven alle sijne te doene
„oncosten van rijsen en verteeringen, hebbende te ge-
„lijck desselfs eedt afgeleght in eigen handen van
„Hooghijdt.”
Deze d’Ortho kwam met zijn vrouw nog al eens over
en bracht daardoor dan wat levendigheid in het huis in
de Molenstraat, waar alleen nog in huis woonde de jongste
zoon Cornelis, die later in Leiden ging studeeren. De
bezoeken van dochter en schoonzoon waren ondanks de
moeilijke reis veelvuldig en niet onwaarschijnlijk om