EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW. I53
Zie omtrent de feesten bij 's Prinsen verheffing op 3 Mei d.t.v.
G. H. Betz. Dames en Heeren uit de vorige eeuw. I. p. 223 enz.
Dat Mr. H. v. P. een prinsgezinde was, getuigen zijne
aanteekeningen omtrent het wel en wee der stadhouderlijke
familie. Die aanteekeningen toch, voor hem van strikt
vertrouwelijken aard, tusschen de gewone dagelijksche uit
gaven in geboekt, en waarvan niet te vermoeden was,
dat zij ooit het publiek onder de oogen zouden komen,
kunnen niet anders beschouwd worden dan als bewijzen van
sympathieke belangstelling. Het zijn de volgende
„Op den I2en Mey 1747 x) ’s avonds ten 7 ueren is
„zijne Hoogheijdt den Prince van Orangie en Nassau
„onder eene onnoemelijcke meenighte en gejuyg van het
„volck door het bosch in den Hage gearriveert neffens de
„Croonprincesse van Engelandt, zijne gemalinne en de jonge
„princesse, geaccompagneert zijnde door een groot getal
hand gesteld. Maar daarmede waren de bezigheden van
dien dag lang niet afgeloopen, want in den namiddag
moest hij, vergezeld van zijn naaste mannelijke familie
leden, later meestal zijn zoon Cornells en diens zwager
Johan Diert, officieele bezoeken afleggen bij de leden van
het Hof en andere autoriteiten. Mevrouw bezocht dan,
vergezeld van haar schoondochter, eveneens in een koets,
de intieme vrienden en familieleden, welke bezoeken in
zooverre weer vergemakkelijkt werden, daar zij elkander
wederzijds natuurlijk nooit thuis troffen. Was ’s avonds
aldus aan de étiquette voldaan, dan volgde niet zelden
nog een familie-bijeenkomst. Eerst in 1760 toen Mr. H. v. P.
op leeftijd kwam, schreef hij„Hebbe personelijck niet
„meer visites weesen geeven, maar alleen caartjes aan
„de huysen gezonden. Edogh mijn zoon heeft rondt ge-
„reeden in geselschap van d’Heer van Melissant.”