1) Berichtboekje van den Haag 17621763. fo 36.
EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW. 163
16 Dec. 1747) en gehuwd met Catharina van Beeck,
woonde sinds 1738 aan de N.zij van de Nobelstraat.
Uit het personeel cohier van ’s Gravenhage 1747
blijkt dat zijn qualiteit was: rentenier, dat hij 4 dienst
baren hield, voor huishuur was aangeslagen voor 800
verder, dat hij een buitenplaats bezat en er 2 paarden
op nahield. Waarschijnlijk door de nabuurschap en ook
doordat Mr. H. v. P. in de Nobelstraat meerdere percee-
len bezat, bestond er reeds lang vriendschap tusschen
beide families en de kennismaking van het jonge paar
zal dan ook wel tot de kinderjaren zijn terug te brengen.
Den 3oen Sept. '58 gaf de bruidegom een buitenpartij
op het eilandje aan den Leidschen dam, waarheen de
genoodigden werden vervoerd met het binnenjacht van
den Raad van State en waar allen door den bruidegom
„magnifiek” werden onthaald. Den 4en October werd
nogmaals in de bruidsdagen met hetzelfde jacht een
feestelijken tocht ondernomen om „een visite te geven
aan den Heer en Mevrouw VanVarick te Leiden”. Op
dezen tocht werd de vkoude keuken medegenomen en al
varende het middagmaal gebruikt, waarbij tevens een
hartelijk glaasje op bruid en bruidegom en den band tus
schen de wederzijdsche families werd gedronken. De
kapitein van het jacht had ook een goeden dag, daar hij
als drinkgeld ƒ10.ontving, terwijl de knechts niet te
klagen hadden over de vrijgevigheid der vroolijke gasten.
Na hun huwelijk vestigden de jongelui zich in de Nieuw-
straat. r) Den 27^11 Januari 1761 gaven zij aldaar een
souper naar aanleiding waarvan Mr. H. v. P. Sr. de
volgende aanteekening, blijkbaar zeer laat in den nacht
nog, in zijn journaal boekte:
„Heden hebben wij bij onse jonge luyden in gesel-