EEN AANZIENLIJK KATHOLIEK HAGENAAR IN DE l8DE EEUW. 169
8 October 1806.
De advokaat H. v. P. belend ten W. en N. een huis aan de
Nzij. v. d. Molenstraat.
Volgens overdrachtsbrief
van 21 April 1752.
procureur voor de Hoven van Justitie, procuratie hebbende
van mr. Regnerus Bernardus Hoynck van Papendrecht,
adv. voor de Hoven van Justitie, gehuwd met Jacoba
Magteld Bood, verkoopt aan Jan de Puyt mr. schilder een
stal en koetshuis met een tuin daaragter, mitsgaders een
tuinhuis daerin staende met een vrijen in en uytgang van
den voorsz. tuin aan de N.zijde van de Snoekstraat.
Bel. W. de Wed. van Theodorus Diert, N. W. van
Kempen O. N. Tierry. Z. de Heerestraat voor 1000.”
Den i3en Januari 1779 overleed de weduwe van Mr.
Reinier Bernardus H. v. P. en ik vermoed dat de zoon
Cornelis met zijn gezin toen het ouderlijk huis in de
Molenstraat heeft betrokken, hetgeen uit latere corres
pondentie schijnt te blijken. In ieder geval was het in
1806, het jaar van zijn overlijden, nog zijn eigendom i).
Maar de politieke omstandigheden werden voor Mr.
Cornelis met den dag lastiger. In een Oranjegezind huis
houden groot gebracht, moest hij in 1782 ervaren, dat
een Oranjegezinde betooging in den Haag als poging tot
oproer werd aangemerkt. Langzaam maar zeker verloor
Willem V macht en invloed en daarmede aanhang, ook van
velen, die hem gezind waren geweest.
Langen tijd wist Cornelis zich van de Patriotsche be
weging te onthouden, en voornamelijk van het lidmaat
schap van „het Haagsche Genootschap” waartoe hij sterk
werd aangezocht, „dog wanneer hetselve bij een speciale
resolutie van de Staaten van Holland met veel loftuytingen
was geapprobeert en in derselver speciale protectie ge
nomen” besloot hij deel van dat genootschap te gaan