DE DRAPERYE” VAN DEN HAAG.
II.
„hoe dat in den Hage een scone
neringe was van draperie
Mem. v. h. Hof v. Holland 1469 Mrt. 14.
Toen ik voor den jaargang 1907 dezer Bijdragen en
Mededeelingen de bronnen begon te verzamelen voor eene
geschiedenis der Haagsche lakenindustrie 1), dacht ik niet,
dat mijn oogst zóó rijk zou zijn. Vooral wel niet, omdat
de beoefenaars der plaatselijke geschiedenis van die in
dustrie eigenlijk nog nooit dan terloops en vaag hadden
melding gemaakt. En toch kon ik eene verzameling keuren
en andere stukken bijeenbrengen, die het bewijs leverde,
niet slechts van het bestaan, maar zelfs van een zeer
krachtigen bloei der Haagsche draperye”. Een bloei, die
het zelfs mogelijk maakte, dat het handelsproduct der
Haagsche drapeniers op de wereldmarkt verscheen. Dit
bleek wel is waar slechts uit zeer enkele der gepubliceerde
bepalingen 2), maar het was toch af te leiden uit den
Bijdr. en Med. 1907, blz. 229350: De Draperye” van
den Haag, aangehaald als Drap. I.
2) Drap. I. Bronnen n°. 3 en n°. 22 bijv.