i5
Caffa is
een soort fluweel. Vgl. t. a. p., 1909, blz. 3.
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
het vorige jaar van zijn gildebroeder Hans van der Meulen
borduurwerk voor hoedbanden had gekocht; het bleek
evenwel valsch te zijn, wat door Van der Meulen natuurlijk
niet werd erkend. Tot welke moeilijkheden de zaak verder
voor onzen Gerrit Everts aanleiding gaf, kan men in de
acte zelf nalezen.
Het volgende stuk (N°. XXV) is een eenvoudige
attestatie van twee Haagsche burgers ten gunste van een
Maastrichtsch koopman. Een meer gedétailleerde verklaring
geven twee Haagsche caffawerkers 1) ten behoeve van
den Delftschen zijdewerker Jacques Pieter, die herhaaldelijk
voor hen heeft gewerkt „tot verwen van haere zijden in
alderhande coleuren” en dat wel tot hun „volcomen
contentement, sulcx, dat nae haere meeninge nyemant
deselve soude connen verbeteren”zij bevelen hem daarom
met warmte aan voor het octrooi, dat hij voor zijn kunst
heeft gevraagd (N°. XXVI).
In hetzelfde bedrijf zijn wij met het volgende contract
(N°. XXVII). Namens Sr. jan de la Rocque Boulihar
draagt zijn vrouw Catherine Galie aan Pieter de of van
der Parck over „het secreet van charlaecken ende van
sijde”. Blijkbaar hebben wij hier met Franschen te doen;
daaruit mag ook worden verklaard, dat de genoemde de
Parck „sich verobligeert te transporteren in Vranckrijck,
particulierlijck tot Tours, alwaer hij beloeft te stabilieeren
ende furneren de gereetschappen tot de voorsz. ververie
van carlaecken ende sijde.” Als zijn vennoot zal zijn
mede-contractant Steven Verhorst optreden. Hun ver
plichtingen worden nauwkeurig omschreven en daardoor
het bedrijf geschetst; de winsten zullen tusschen partijen
worden gedeeld. De acte is van 18 Maart 1654. Wij
kunnen dus niet aannemen, dat de Fransche regeering