HET HOFJE VAN HOOGELANDE.
225
werd toegekend: ,,’t saamen eene som van vijfhonderd
Carolus guldens eens tot eene danckbaarheyt”.
Aan hen werden op „des comparants ernstich versoek, dat
„haer Hooch Edhden believen ter begeerte van syns heere
„comparant ende ter lieffde van den armen hen aen te
trecken” toegevoegd: „de hoochEdWelgeboren heeren
„Jor Cornelis Fredrick de Ridder van Groenesteijn,
„Jor Cornelis Francois van Heemskerck, vrijheer van
„Incourt Longueville en Jor Johan van Bemmel, heer
„van Bemmel, syn heere compts neven”. Dezen zouden
den naam voeren van regenten.
Aan de executeurs was, met de regenten het beheer
opgedragen.
Het begeven der huisjes is voor de acht westelijke
verzekerd aan de regenten, voor de acht oostelijke aan
de executeurs. Het aanstellen van een rentmeester of het
ontzetten daarvan uit diens ambt, benevens het ontzetten
van hovelingen uit haar woning, zelfs zonder opgaaf van
redenen, was de taak van gezamenlijke bestierders. De
macht van regenten is hier zeer discretionair verleend
„ende dat alles met „die intentie ende oochwit, dat de
„voorss. des heer comparants arme hovelingen niet en
„comen te vallen in manus iniquorum, daer haer Godt
„van bewaere”.
Aan de regenten was aan de executeurs eveneens,
doch in andere bewoording het recht verleend iemand te
„nomineeren omme met gelijcke macht in Haer Hooch Edts
„plaetsen te succederen, ’t zij dat zij bij impotentie noch
„in leven zijn, zulx sullen goetvinden, ofte om naer haer
„doodt in haer plaetse te regeren”.
De bedoeling van den erflater, van het Hofje een zoo
genaamde familiestichting te maken, treedt in verschillende
bescheiden merkbaar op den voorgrond.
De heer van Hoogelande had bij dat alles klaar-
15