228
HET HOFJE VAN HOOGELANDE.
Van het geslacht van Bemmel ging het regentschap
over in de familie van der Heijden van Baak, en van
deze in de familie Helmich van Baak, waartoe een der
tegenwoordige regenten behoort. Terwijl diens mede
regent, allengs was hun aantal tot twee ingekrompen
op aanwijzing van den laatsten mannelijken Diert van
Melissant, door den overlevenden regent werd benoemd.
Uitsluitend aan de wilsbeschikking dus van den stichter
ontleenen de eerste regenten en alle, die na hen kwamen,
hun mandaat.
Aan de tegenwoordige regenten was het gegeven, de
vruchten te plukken van de zorgen en het beheer hunner
voorgangers. In samenwerking met den rentmeester der
stichting besloten zij, na veel wikken en wegen en lang
durige beraadslagingen, in September 1906 tot den bouw
van een nieuw Hofje, waartoe in den aanvang van dat
jaar het terrein in de Johan van Camphuysstraat was
aangekocht. De bouw van deze stichting, aan een bekwaam
bouwmeester opgedragen, werd bij aanbesteding met uit-
noodiging toegewezen. In den herfst van 1907 kon het
nieuwe huis, als gezegd, worden in gebruik genomen en
werden de bewoonsters van het oude Hofje, die dit ver
langden, daarheen overgebracht, waar haar de keuze der
woningen gelaten was.
Een hardsteenen gedenkplaat in de poort van het nieuwe
Hofje vermeldt de stichting daarvan in 'de Boekhorststraat
en de overbrenging naar de Johan van Camphuijsstraat.
Is het nieuwe Hofje, hoe fraai ook uitgevoerd, minder
schilderachtig dan het stuk geschiedenis, dat eerlang uit
de Boekhorststraat zal verdwijnen de bouw is inge-
gericht overeenkomstig de eischen des tijds: vroolijk,
doelmatig en gezond. En nog een ander voordeel is aan
de nieuwe stichting verbonden De aandrang van hen,
die een huisje begeeren, was steeds zeer groot. Maar in