HAAGSCHE STRAATNAMEN.
I.
Nalezing op het boekje van den Heer D. S. van Zuiden,
door
Th. Morren.
In 1868 verscheen bij de Firma Visser een boekje, dat
eenige „.Korte geschiedkundige mededeelingen” bevatte
„aangaande de beroemde mannen naar wie de nieuwste
straten te ’s Gravenhage zijn genoemd.” Met die nieuwste
straten had de schr. voornamelijk op het oog de uitbreiding
van de stad in het Zuid-oostelijk gedeêlte, in den Zuster-
polder, tegenover den Zuidwal. In 1862 had de Raad
daar een stratenplan goedgekeurd en in het volgend jaar,
toen het 50e gedenkfeest van Neerlands onafhankelijkheid
met luister werd gevierd en de mannen, die in 1813 op
den voorgrond waren getreden, op geestdriftige wijze
werden herdacht, waren de benoodigde gronden aangekocht,
terwijl met den aanleg van straten een begin was gemaakt.
„Wat was natuurlijker,” zegt de schrijver van genoemd