HAAGSCHE STRAATNAMEN.
23I
boekje „dan dat aan de nieuwe straten die namen
werden geschonken, die van geslacht tot geslacht bij
geheel ons volk dienen in eere te zijn Zoo kreeg in
1864 het Oranjeplein zijn naam en in hetzelfde jaar werden
aan de aangrenzende straten de namen gegeven van Van
Limburg Stirumstraat, Van Hogendorpstraat, Van der
Duijnstraat en Fagelstraat terwijl drie jaren later een
straat naar den burgervader Mr. Jan Slicher werd genoemd.
Schrijver, die zijn boekje „ten dienste der scholen” had
uitgegeven, deelt over deze personen uitvoerige bizonder-
heden mede en vermeldt tevens op dezelfde wijze wie
de peters van de Jacob Catsstraat, Hooftskade, Huygens-
straat en -Plein, Westerbaenstraat en De Riemerstraat,
die allen tusschen de jaren i860 en 1867 waren aangelegd,
zijn geweest.
Ongeveer dertig jaren later, in 1896, gaf de heer J.
van der Schouw een door hem bewerkten wegwijzer door
’s Gravenhage’s straten uit, waarin hij tevens een verklaring
gaf van de namen van 148 straten uit de nieuwe stad
terwijl hij van de oude straatnamen alleen maar den
oorsprong mededeelt van Bleyenburg, Boekhorststraat,
Doelenstraat, Doubletstraat, Frederikstraat, Hamerstraat en
Pieterstraat. Het is misschien verstandig, dat de schrijver
zich niet gewaagd heeft aan de verklaring van meerdere
straatnamen uit de oude stad, want hij is daarbij niet
gelukkig geweest; althans wat betreft vier van de zeven
straatnamen, waarvan hij een verklaring wil geven, slaat
hij de plank geheel mis. Wij mogen daarom den weke-
Jijkschen kroniekschrijver van het Vaderland, die in het
ochtendblad van Zondag 24 Mei 1908 een zijner „gloei-
lichtjes” aan de Haagsche straatnamen wijdde en daarmede
den heer D. S. van Zuiden inspireerde tot het schrijven
van zijn boekje, wel dankbaar zijn. De geestige Causeur
van het Vaderland wees er op, dat er een zekere dosis