i6
J) Morren, Het huis Honselaarsdijk, 43 vlg.
UIT DE PROTOCOLLEN DER 1-IAAGSCHE NOTARISSEN.
zich met deze vestiging van een scharlaken- en zijde-
ververij in Tours heeft ingelaten; de tijd van systema
tische bevordering van den bloei der Fransche industrie
komt eerst eenige jaren later, als Colbert het economisch
leven van zijn vaderland gaat organiseeren en beheer-
schen tevens.
Evenals vroeger kunnen wij ook thans weer contracten,
waarbij vennootschappen tot stand kwamen, publiceeren.
Het zijn allereerst twee winkeliers, blijkbaar in kleinoodiën,
die een „compagnye” opzetten (N°. XXVIII). Een drietal
schilders sluiten in 1653 een maatschap „te weten met
malkanderen te schilderen op ’t huys ’t Honselaerdijck
alle hetgene, dat daer soude mogen te doen vallen, niet
uutgesondert” (N°. XXIX). Wij weten niet, dat er in
dezen tijd aan het befaamde kasteel werd gewerkt; blijk
baar hebben wij dus met gewoon onderhoud te doen t).
Een vennootschap met ruimer strekking sloten in 1659
de schilders en gebroeders Jean en Mattheus Paeyen te
Dordrecht (N°. XXX). Dan volgt een soortgelijke over
eenkomst tusschen twee brandewijnmakers (N°. XXXI).
Eveneens een vennootschap, „eene winckel van cousens
ende andere waeren”, hadden Sebyntge de Clerck, „be-
jaerde dochter”, en Geertruijt Tongerloo; zij maakten den
10 Augustus 1664 haar testament (N°. XXXII).
Een zeer belangwekkende overeenkomst sloten den
2 April 1648 Adam Trester, hellebaardier van den Prins,
en de zilversmid Abraham Wernes. (N°. XXXIII). De
eerste schijnt bij zijn militaire functie ook nog bijzondere
talenten te hebben ontwikkeld in de mechanica. Hij had
althans „sekere inventie” gedaan, „bestaende soo in ’t
maecken van waeterspuyten, dienende om den brant te
blussen, fonteynspuyten, wintroeren, waterroeren, roeren