HAAGSCHE STRAATNAMEN.
237
Janus Secundusstraat; het Smidswaterde Van Swinden's
gracht; het Noordeindede Oranjestraat; Achter de stallen
de Kazernestraat; de Denneweg: de Waterloostraat; het
Slop van de Drie boeren: Ooievaarstraat enz. enz.
De vraag ligt hier voor de hand hoe al deze straten
aan hun naam zijn gekomen, en daarop is gemakkelijk
een antwoord te geven. Drie gevallen zijn hier mogelijk;
öf zij zijn in de volksmond ontstaan, öf zij zijn gedoopt
door de Stedelijke Regeering in onzen tijd door Bur
gemeester en Wethouders of zij hebben hun naam
ontvangen van de bouwexploitanten.
De straten uit de oude stad, die bijna allen door de
spraakmakende gemeente zijn gedoopt, zijn natuurlijk de
meest karakteristieke en voor de lokale geschiedenis van
belang. Alleen zijn zij aan veranderingen onderhevig
en door verbastering dikwijls onherkenbaar geworden.
Een merkwaardig voorbeeld is het Schoorsteenvegerstraatje,
dat oorspronkelijk genoemd werd Schroot-zijn-straatje
welke naam verbasterd werd in Schoorsteenstraatje en ten
slotte verlengd werd tot Schoorsteenvegerstraatje, terwijl
naar een lateren eigenaar van het hoekhuis in het Voor
hout ook de naam Van Banckemstraatje voobkomt.
Het noemen van straten in bepaalde wijken naar per
sonen van éénzelfde catagorie is in de laatste jaren door
Burgemeester en Wethouders vrij stelselmatig toegepast.
De commissie van fabricage, die zich doet voorlichten door
den archivaris, doet daartoe het voorstel. Eenmaal is onze
voorgangster: de Vereeniging tot beoefening der geschie
denis van ’s-Gravenhage, om advies gevraagd, maar sinds
wij in 1884 een archivaris hebben gekregen, is deze
natuurlijk de aangeweze raadsman.
De grootste willekeur bij het geven van straatnamen
vindt men waar de bouwondernemers hiertoe reeds waren
overgegaan alvorens de straat door de Gemeente in eigen-