HAAGSCHE STRAATNAMEN.
239
van den raadpensionaris Anthonie Heinsius aan de n.-o.-
zijde van de Oranjekazerne, dat met zijn tuin aan de
Mauritskade grensde op dit terrein een straat wilde aan
leggen en met den eigenaar van het huis Lange Voor
hout 346, toenmaals bewoond door mr. Dirk Donker
Curtius in onderhandeling was getreden om het voor
slooping over te nemen, teneinde deze geprojecteerde
straat te doen doorloopen van Voorhout tot Mauritskade en
daaraan dan den naam te geven van Anna Paulownastraat.
Gelukkig kwam die doortrekking niet tot stand. De ge
meente nam in 1858 het perceel van De Visscher over
en stichtte in de door haar aangelegde straat een ge
meenteschool, waarnaar deze straat den naam van Nieuwe
Schoolstraat ontving.
In het ingezonden stuk in de Haagsche Nieuwsbode
van 1838 was evenzeer het verlangen uitgesproken van
vele inwoners dezer stad en van de vreemdelingen, die
haar bezochten, om naambordjes aan te brengen op de
hoeken der straten, zooals dit in de meeste groote steden
en in alle hofplaatsen gebruikelijk was; maar die wensch van
het meest vooruitstrevende gedeelte der bevolking vond
geen algemeene instemming, zooals uit het volgend inge
zonden stuk in hetzelfde courantje van 1839 (nr. 133) blijkt.
„Uit verschillende nieuwspapieren, o. a. ook uit uw
geacht weekblad, de Haagsche Nieuwsbode, heb ik opge
merkt, dat men het verlangen koestert, om in deze residen
tie, evenals in Parijs, Londen, Amsterdam en andere voor
name hoofdplaatsen in Europa aan de hoeken der straten
een bordje te plaatsen, vermeldende den naam der straat.
Zeer dikwijls heb ik mij zelve de vraag gedaan, of
het noodig zoude zijn, dat de Regeering van het vorstelijk
’s-Gravenhage, aan wier hoofd de zoo wijze als deugd
zame staatsraad Ridder Copes van Cattenburgh is ge
plaatst, hier aan gehoor gaf, maar antwoordde mij dan