HAAGSCHE STRAATNAMEN. 242 Ik wil daarin achtereenvolgens behandelen I een straat, die vergeten is en een, die nooit heeft bestaan, II de straatnamen, waarvan Van Zuiden geen verklaring geeft, III de straatnamen, die foutief zijn verklaard of waarvan door anderen een afwijkende lezing wordt gegeven, IV historische bizonderheden en onjuistheden, V Scheveningen. De schr. is erin geslaagd van de meeste straatnamen de juiste verklaring te geven en hij heeft ook onze topo- graphische kennis verrijkt door van verschillende straten uit de oude stad de vroegere benaming medetedeelen en den tijd te bepalen wanneer zij ongeveer zijn aangelegd. Wij brengen dan ook gaarne hulde aan den schrijver voor den ijver, waarmede hij dit tijdroovend werk heeft verricht en wij zouden ons verder van alle kritiek willen onthouden, indien niet onze geachte archivaris, Dr. H. E. van Gelder, zich ter onzaliger ure had laten overhalen een voorrede voor dit boekje te schrijven. Het werkje van den heer Van Zuiden is daardoor van tweeslachtigen aard geworden. Aan den eenen kant is het ’t werk van een leek, waaraan wij geen al te hooge eischen mogen stellen, terwijl aan den anderen kant een hoogst bekwaam vakman er zijn naam aangegeven en er zijn cachet op gedrukt heeft. Het is nu niet langer een boekje, dat slechts de gewone weetgierigheid heeft te bevredigen, maar het moet nu tevens een betrouwbare gids zijn voor allen, die van de geschiedenis dezer stad een ernstige studie willen maken. De eischen, die wij nu aan het boekje moeten stellen, zijn natuurlijk geheel andere en het ligt m.i. op den weg der Vereeniging die Haghe om de zwakke punten aantewijzen, de onjuistheden te weerleggen en hetgeen vergeten is zooveel mogelijk aantevullen. ’t Is om die reden, dat ik de pen heb opgevat om op Van Zuiden’s- Haagsche straatnamen eene nalezing te geven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 258