HAAGSCHE STRAATNAMEN.
243
Ik heb zijn boekje besproken in de vergadering der leden
van de Vereeniging „Die Hage” op 17 Mei jl.
Hieraan wensch ik evenwel eenige algemeene beschou
wingen te doen vooraf gaan.
De Vereeniging „die Haghe” had het den schr. gemak
kelijk gemaakt, want de bouwstof, die door haar voor het
zoogenaamde historische adresboek was bijeengebracht, was
voor hem de bron, waaruit hij bijna alle gegevens heeft
kunnen puttenmaar juist het feit, dat hij de origineele
stukken niet zelf heeft behoeven te raadplegen, doch dat
alles als het ware voor hem pasklaar was gemaakt, heeft
hem alle andere bronnen en zelfs de meest voor de hand
liggende totaal doen verwaarloozen.
Het is hier de plaats niet om een uitvoerige kritiek op
van Zuiden’s studie te geven x), maar ik meen er toch
op te moeten wijzen, dat het boekje in het algemeen zeer
slordig is bewerkt. Schr. heeft te vlug en daardoor te
vluchtig gewerkt en zijn studie draagt daarvan duidelijk
de sporen. Onder anderen de meeste jaartallen, die hij
geeft, zijn niet juist. Het meerendeel der straten uit de
oude stad kan ik ouder dateeren dan hij heeft gedaan,
somtijds met een vrij groot verschil van jaren; daarentegen
geeft hij van enkele straten het doopjaar een of meer
eeuwen te vroeg aan. Ik wijs hier slechts- op Hooigracht
en Noordstraat. De Hooigracht is weliswaar reeds gegraven
omstreeks 1620 en niet in 1706, zooals v. Z. aangeeft,
maar de straat, die aan deze gracht haar naam ontleent, is
pas aangelegd in 1865 en gedoopt in het daaropvolgend
jaar. En de Noordstraatwaarvan hij zegt, dat zij tusschen
1642 en 1646 is aangelegd, dateert pas uit 1877.
Van de straten uit de nieuwe stad geeft hij van meer
dan 190 in het geheel geen doopjaar aan. Bovendien heeft
hij de fout begaan van de nieuwe straten slechts één