246 HAAGSCHE STRAATNAMEN. 1 i door Prins Maurits benoemen tot ingenieur van den Waterstaat, terwijl onze groote wis-en waterbouwkundige geen andere betrekking heeft bekleed dan die van „quartier- meester van ’t leger en superintendent van ’s Prinsen domeinen”. Bij de Van Brakelstraat vertelt schr. weer het oude verhaal dat Van Brakel de ketting, die over de Theems gespannen was, zou hebben stuk gevaren, niet tegenstaande wij sinds de verschijning van De Jonge’s geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen in 1835 weten, dat niet Van Brakel maar Jan Danielszoon van de Rijn dit feit heeft verricht. Het zijn kleinigheden, die met de topographic van de stad niets te maken hebben, maar waar de naam van onzen geachten Archivaris op den titel prijkt, mogen der gelijke historische onjuistheden niet onweersproken blijven. De bizonderheden, die Van Zuiden omtrent de schilders mededeelt, zijn al zeer onnauwkeurig, en voor het meeren- deel onjuist. Met jaartallen is hij over het algemeen ongelukkig geweest, zoo geeft hij o. a. van Louise Henriette het trouwjaar in plaats van geboortejaar op. Men zij daaromtrent dus op zijn hoede. Het spreekt van zelf, dat wij den heer Van Gelder niet verantwoordelijk mogen stellen voor de vele onnauw keurigheden, die in dit boekje zijn binnengeslopen. Het schrijven van een voorrede is een hoogst ondankbaar of gevaarlijk werk, want men komt altijd voor een tweeledige keuze te staan. Of men moet hetgeen de schrijver neer schreef punt voor punt controleeren en dan kan men het werk evengoed zelf doen öf men prijst iets aan waarvan men de waarde niet recht kan beoordeelen. Ieder, die den Heer Van Gelder in zijn werk kent, zal zich met mij verbazen in hoe korten tijd hij zich in de geschiedenis onzer stad heeft ingewerkt, maar de oude topographic is een onderdeel, waar men langzamerhand

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 263