248
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Het volgend jaar hoop ik het resultaat mede te deelen
van mijn onderzoek omtrent de verdwenen straatnamen,
terwijl ik dan tevens een overzicht hoop te geven over
de uitbreiding en verfraaiing van den Haag van 1850
tot op heden.
Ten slotte moet ik hier nog vermelden, dat mijn vriend
L. R. de Haes, gelijktijdig met mij begonnen was ver
beteringen op Van Zuiden’s boekje aan te brengen en
aanvullingen te geven. Reeds had hij een groot gedeelte
van de literatuur over dit onderwerp bestudeerd, toen
hij vernam, dat ik mij met hetzelfde onderwerp bezig hield.
De heer De Haes was toen zoo vriendelijk zijn aantee-
keningen aan mij af te staan, waardoor mij veel moeite
en tijd bleven bespaard. Ik breng hier tevens gaarne
mijn dank aan de Chefs van de afdeeling Kadaster en
van de afdeeling Archief en Expeditie en aan den heer
J. M. Bouscholte, adj. commies a/d afdeeling Burgerlijke
Stand op het Stadhuis, die mij met de meest mogelijke
welwillendheid verschillende inlichtingen verstrekten.
Mei 1910.