J. HAAGSCHE STRAATNAMEN. 25° Spui- en Kettingstraat ongeveer terzelfder tijd verdoopt werd in Gortstraat en het is niet onwaarschijnlijk, dat de naam, waarvan men vermoedde, dat een Sint de peter was, den hervormden in die dagen evenzeer zal hebben geïrriteerd als de namen van Lumey en Sonoy den Katholieken van onzen tijd. Men is evenwel ook aan St. Pieter trouw gebleven, want niettegenstaande het St. Pieter str aatje op het einde der zestiende eeuw vrij algemeen als Gortstraatje voorkomt, wordt het steeds tot in het begin der negentiende eeuw in officieele stukken aangeduid als St Pieter- of Gortstraatje. Met het opnoemen van sloppen, poorten en hofjes is Van Zuiden vrij tegenstrijdig te werk gegaan, eenige noemt hij er op en andere, die er evenveel recht op hebben, laat hij achterwegen. Ik wil er slechts een paar noemen, die van algemeene bekendheid zijn. Gasthuispoort, van het 1\oor deinde naar de Oude Molstraat, waarvan de toegang aan de zijde van de Oude Molstraat thans is afgesloten. Deze gang liep voorheen langs de kapel van het Heilige Sacrament naar het daarachter gelegen gasthuis. Deze kapel werd op het einde der zestiende eeuw aan de Engelsche gemeente afgestaan, terwijl zij ook bij de Duitsche gemeente in gebruik is geweest. Plet oude gilde- huis is thans het oude mannenhuis, gesticht door Jacob Frederik Baron van Beijeren Schagen, heer van Heenvliet. De Engelsche kerk is in 1827 afgebroken; op deze plek staat thans de woning van den bankier W. J. H. Furnée, Noordeinde 10. Op den grooten plattegrond van Smulders van 1873 wordt deze gang de Oude Mannenpoort genoemd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 267