HAAGSCHE STRAATNAMEN.
259
Jacobastraat.
Buitensingel. Holterman, die de schaapskooi reeds in
huur bezat, deed haar later over aan zijn schoonzoon
Dorresteijn, die haar in 1894 verkocht aan den Heer
K. Dekker, die daarheen zijn houthandel overbracht. De
kooi was toen oud en bouwvallig en het omliggende
terrein stond een gedeelte van het jaar onder water.
Dorresteijn dreef zijn schapen gewoonlijk naar Dekkers
duin hetzij langs de Schapenlaan, die daaraan haar naam
ontleent, of langs den Loosduinschen weg, of langs de
Singels naar het Malieveld.
Het moet vooral voor den vreemdeling een eigenaardig
gezicht zijn geweest, gedurende de laatste jaren der negen
tiende eeuw een kudde schapen langs de bebouwde Singel-
grachten onzer residentie te zien drijven.
De Herderslaan, in 1888 nog een slop, werd in dat
jaar door de Maatschap de Club aangelegd en aldus gedoopt.
Deze is genoemd naar Jacoba Roels, eerste echtgenoot
van Reijer van der Vhigt, stichter van de aldaar in 1884
gebouwde woningen.
Waar het geven van een straatnaam een zuiver par
ticuliere quaestie is en, zooals hier, slechts beschouwd
moet worden als een daad van piëteit van den bouw
ondernemer jegens zijne jonggestorven vrouw, is het op
het oogenblik voor den buitenwereld weinig interessant
om te weten wie de betrokken persoon eigenlijk is. Maar
wij moeten niet uit het oog verliezen, dat, waar wij nu
gaarne zouden willen weten, wie die Jonkvrouw Ida
was, naar wie een der oudste straten in den Haag is
genoemd, het nageslacht er zich evengoed voor zal kunnen
interesseeren om te weten wie deze Jacoba geweest is.
En daar over 50 jaren wellicht niemand meer daaromtrent