2Ó3
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Olieberg.
Op Scheveningen was vóór 1890 een straat met een
gelijkluidenden naam, welke om die reden met ingang van
den 1 en Januari van dat jaar werd verdoopt. Men gaf haar
toen den naam van Vuurbaakstraat omdat zij naar den
ouden vuurbaak of vuurtoren voerde. Daar in deze straat
de bergplaats was van de olie, die voor het seinlicht werd
gebruikt, schijnt het mij niet onmogelijk dat zij daardoor
in de wandeling den naam van Olieberg verkeeg.
Misschien was in de gelijkluidende straat te ’s Gravenhage
eveneens een bergplaats voor olie, waaraan zij haar
afkomstig zijn. Deze conjectuur is des te aannemelijker
omdat nog in het begin der negentiende eeuw een kolf
baan gevonden werd aan de oostzijde van de tegenwoordige
Frederikstraat, die een ingang had in de zoogenaamde
Le.pelpoort.
Een familie Lepel is mij hier in den Haag, behalve
de vroegere bode van „Die Haghe” niet bekend
en van de bekende Lepelstraat te Antwerpen wordt in
de beschrijving van de Antwerpsche straatnamen geen
verklaring gegeven.
Van Zuiden vindt deze straat voor het eerstgenoemd
in 1695. Zij is evenwel iets ouder en werd oorspronkelijk
Hoyenierstraat geheeten. Reeds in 1688 wordt vermeld
den verkoop van een huis aan de westzijde van de Boek-
horststraat op den hoek van het Hovenierstraatje. De
Hovenier- of Lepelstraat wordt gedurende de achttiende
eeuw in de Transportregisters herhaaldelijk genoemd.
In de wijkverdeeling van 1797 is alleen maar sprake van
Hovenier straat. Daar de Looyerstraat omstreeks dien tijd
Warmoesstraat wordt genoemd, is het wel waarschijnlijk,
dat daar veel hoveniers hebben gewoond.