266 HAAGSCHE STRAATNAMEN. van zijn wandelaars het straatje is ontstaan noch als eigenaar noch als bewoner van een huis in dit straatje of van een der omliggende straten voor. Andriessen weet er evenwel een andere mouw aan te passen. „Ik herinner mij” laat hij een zeggen „dat op den Visschersdijk, voorheen grooten- deels lieden woonden, welke de benaming dezer straat aan duiden; dat die toen, op heilige en vastendagen, bij voorkeur hunne waar aan de in dezen oord wonende geestelijke en burgerlijke huisgezinnen leverdenen daar door een goed vertier vonden doch dat zij vroeger groote oneenigheden hadden met de vjsschers van Scheveningen en Katwijk, die derzelver visch alhier mede ter markt bragten, en welke oneenigheden somwijlen zoo hoog liepen, dat de vischvrouwen zich mede in den twist men gende daaruit gevaarlijke volksbewegingen ontstonden, welke door tusschenkomst van de gewapende magt moesten worden beteugeld. De visschers op den Visschersdijk bezaten namelijk een bijzonder privilegie voor hunne vischverkooperij van graaf Floris V verkregen, vermits zij dien graaf eenmaal eene gewigtige dienst bewezen hadden, door hem, in eene aanranding, waarbij zijn leven in gevaar was, trouwelijk bijgestaan, in veiligheid op zijn paleis gebragt en uit de handen zijner vervolgers te hebben gered.” „Deze vervolgers waren geene andere dan eenige op den graaf vergramde edelen, die het plan schenen ge maakt te hebben, hem om te brengen; van de zaak zelve echter wist men te zeggen, dat Floris,, wiens neiging tot het schoone geslacht algemeen bekend was, de dochter van zekeren edelman, Van Bergijk genaamd, met geweld zoude hebben onteerd; dat hij ditzelfde aan nog drie of vier andere adellijke schoonen zoude hebben beproefd

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 284