20
Sypesteyn, Holland in vroegere tijden, 23 vgl.
bovendien nog aan den
aan zijn ouders twintig
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
in last; voor het immers onschuldige arme schaap kwam
de moeder op en onze deurwaarder moest bij notarieel e
acte (N°. XL) beloven iedere week „tot behoeft van den
voorseyde jongen, soo lange hij onder de handen van
de chirurgijns sal wesen”, drie gulden te betalen „mits-
gaeders het meesterloon”, en
jongen zelf zestig gulden en
gulden. Geen wonder, dat de moeder „volcomentlijck
voldaen ende vergenoecht” was over deze regeling.
Even strijdbaar als de lieve jeugd waren in het oude
den Haag vele volwassenen. Den 15 Februari 1653
legden twee doctoren in de medicijnen en een chirurgijn
een verklaring af over de vergiffenis, die de notaris
IJsfeldt had geschonken aan Cornelis Jansz. van Couven-
hoven; deze had namelijk waar en hoe, blijkt niet
aan den notaris een „swaere quetsure geinfligeert”
(N°. XLI). Van ernstiger consequentie was het volgende
geval. Den 20 Juni 1646 werd Jacques graaf de l’Espinay
des namiddags tusschen vier en half vijf, terwijl hij
kwam van den Franschen gezant de la Thuillerie, in
de Hoogstraat vóór de herberg Het Gouden Hoofd ver
moord door Prins Philips van Bohemen, een der vele
zoons van den Winterkoning. De moord geschiedde uit
wraak over de vermeende betrekkingen van de l’Espinay
met ’s Prinsens zuster Louise Hollandina 1). Een ver
klaring dienaangaande werd een jaar daarna door eenige
Haagsche burgers afgelegd (N°. XLII).
Ook enkele bijdragen voor de geschiedenis van het
tooneel en wat onze gemeente-fiscus noemt publieke
vermakelijkheden vinden wij wederom in de notarieële
protocollen. Den 24 Maart 1643 nam „Barnart Mum
van Swartsteyn, capiteyn van de compagnie curassiers