HAAGSCHE STRAATNAMEN.
277
Cantaloupenburg.
den kastelein H. Tuinenburg in de Vos in
te zeggen, dat het Boterstraatje,
de botermarkt, welke daar ter
Het is dus juister om
zijn naam ontleent aan
plaatse werd gehouden.
Dit straatje werd ook wel Zuster straatje v) geheeten
naar het St. Elisabeth’s klooster, dat op de plek lag waar
nu de Groote Markt is en waarnaar de Laan, waarin de
kerk van het klooster stond, den naam Susterlaan droeg.
Van Zuiden zegt, dat deze naam waarschijnlijk aan deze
straat is gegeven ter herinnering aan een zoo genoemden
buitenplaats.
Die buitenplaats is evenwel een chateau en Espagne.
Cantaloupenburg is nooit anders geweest dan een war-
moezierstuin, welke naam deze waarschijnlijk ontleend
heeft aan de groote watermeloenen, die er gekweekt
werden.
Op 1 November 1851 werd in het Dagblad te huur aan
geboden een warmoezierstuin, genaamd Kantaloupenburg,
in de Frederikstraat bij den Mallemolen te bevragen bij
L. P. Haring in den Zoeten Inval. Deze bekende uit
spanning verdween toen de Frederikstraat werd door
getrokken tot de Javastraat. Zij werd in i860 door de
gemeente aangekocht en, na nog een jaar verhuurd geweest
te zijn aan
Tuinstraat, in 1862 gesloopt.
De tuin Cantaloupenburg was in het bezit gekomen
van Henri Eugène Fortune graaf DuchasteldelaHovarderie,
wiens erfgenamen op dien grond drie straten deden
In 1699 vind ik vermeld den verkoop van een huis en
erf in 7 Boterstraetje ofte Susterstraetje achter de nieuwe
Groenmarckt. Ook op oude plattegronden komt het Suster-
straatje voor.