21
van Sijn Hoocheit Prince Willem” een gezelschap „Engelse
speelluyden”, waarvan de namen worden genoemd, in
zijn dienst „omme in de weecke uytgaens April off in
Mey te sullen commen ter plaetse haerluyden aengewesen
sal worden ende te speelen” (Nu. XLII1).
Reeds meermalen hebben wij in de stukken de kaats
baan op het Buitenhof aangetroffen, waar ook jongelieden
van vorstelijken huize zich gaarne diverteerden en ook
schulden maakten :)- Een huurcontract over genoemde
kaatsbaan van 1641 publiceeren wij hierachter (N°. XLIV).
Den 21 April 1661 besteedde Deny Lavoy, „commediant
van Sijne Churfurstliche Doorluchtigheyt van Ceulen 2)”
bij den timmerman Hendrick van Erp aan ,,’t maecken
van een tiatrum in de caetsbaen op het Buytenhoff alhier”.
Daarvoor zal hem 345 gulden worden betaald, waarvoor
onze acteur het theater zes weken zal mogen gebruiken
(N°. XLV). Het schijnt niet van langen duur te zijn
geweest; drie jaar daarna lieten Fransche acteurs op
dezelfde plaats „een volmaeckt theater” zetten 3).
De volgende twee contracten handelen over het maken
van een kaatsbaan, die Mevrouw de Vitto in 1625 wilde
bouwen achter haar huis over de brug in de Sterling-
straat (N°. XLVI, XLVII).
Nog op het terrein der publieke vermakelijkheden be
weegt zich stellig de beer, waarvan de geschiedenis een
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
Die Haghe, Bijdragen en Mededeelingen, 1908, blz. 28,
1909, blz. 15 vlg.
2) De bekende Maximiliaan Hendrik van Beieren.
3) Die Haghe, Bijdr. en Med 1908, blz. 102.
4) De Casuariestraat. Juffrouw Vitto wordt in 1627 genoemd
als eigenares van een erf naast het huis De Zwarte Arend
aan de O. Z. van Bleijenburg. Zij woonde dus in dat gedeelte
der tegenwoordige Casuariestraat, dat gelegen is tusschen
Bleijenburg en Prinsessegracht.