289 HAAGSCHE STRAATNAMEN. Rozemarijnstraat. Onder de vele straten, die genoemd zijn naar het beroep, dat daar eertijds zijn zetel had, moeten wij ook, hoe vreemd het ook op ’t eerste gezicht moge schijnen deze straat rangschikken. Zij draagt toch haar naam naar het bedrijf harer bewoonsters en dag- teekent uit den tijd der zoogenaamde „versiersters”. Dit waren vrouwen, die zich belasten met groenmaken en die men bij geboren worden, bij trouwen en na het overlijden, naar de zeden onzer voorouders van noode had. Ter Gouw haalt als voorbeeld een gebruik aan, dat in de zeventiende eeuw te Amsterdam bestond bij het overlijden van kinderen. „Men stak toen een bedstok uit, omtrent de deur, met palm versierd. Aan het einde werd een neusdoek aan de vier tippen met strikjes opgedaan, over een hoep gehangen. Midden op de gemelde doek werd een wasse popje (nu jongetje nu meisje) op een kussentje zittende, vastgemaakt. Deze opschik, naar der ouderen geringer of rijker stand, slechter of opzichtelijker, haalde men van de verciersters uit de Rosemarijnsleeg”2) Deze versiersters, kunstenaressen in haar vak, die in hoofdzaak met de rosmarijn werkten, hadden waarschijnlijk deze witte bloempjes in bundels of kransen aan haar deuren en vensters hangen, waarnaar de straten of stegen waar zij woonden, den naam ontvingen. 1) Van Lennep en Ter Gouw. Uithaijgteekens en Opschriften dl. I p. 150. 2) J. Ter Gouw: Amsterdam: oorsprong en afleiding van de namen der grachten, eilanden, pleinen, straten enz. p. 102. 19 naam op het eiland Schouwen bij het dorp Noordgouwen gevonden wordt. x)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 307