HAAGSCHE STRAATNAMEN. 299 Heerenstraat, r- t- Groenewechstraatje werd genoemd, dan zou de afleiding geheel natuurlijk zijn, maar dat een bestaande singel naar Jacob van Groenewech Groenewegje zou zijn geheeten, schijnt mij niet waarschijnlijk. Indien men eerst had gesproken van Groenewegsingel of kade dan zou de conjectuur aannemelijker zijn maar dat is niet het geval daar de naam Groenewegje reeds in 1641 (niet in 1634 zooals Van Zuiden beweert) voorkomt. Ik acht het daarom waarschijnlijker, dat de naam Groenewegje evenals Zwartewegje afkomstig is van het uiterlijk voor komen van den weg. Het Groenewegje of Buitensingel, zooals de naam oorspronkelijk luidde, was met boomen beplant en grensde aan de groene weiden, die zich tot Rijswijk uitstrekten. Deze singel werd later bebouwd dan de Bierkade en zal waarschijnlijk, evenals het Groeneivegje te Rotterdam, aan het landelijk aanschijn zijn naam ont- leenen. In het Register der Appointementen van burge- meesteren over 1645, vind ik o.a. nog vermeld een huis over de „Biercade aan de Groene wech”. eertijds Heerengracht genaamd, werd omstreeks 1637 op kosten der gezamenlijke buren gedempt en bestraet. Andriessen vertelt, dat zij haar naam ontleent aan de „vele edelen en hofjonkers van den Landvorst, welke daarin hun verblijf hieldenook wil men, zegt hij verder dat Graaf Floris II, bijgenaamd de Vette, hier in deze straat een byzonder huis had, waarin hij zich met zijne gemeenzaamste vrienden in gezelschap van vrolijke vrouwen verlustigde en met terzijdestelling van zijn souverein gezag hulde deed aan de hartstogten der liefde; doch toen hij daarover onophoudelijk door de geestelijkheid berispt werd, verliet hij eindelijk deze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 317