HAAGSCHE STRAATNAMEN. 300 B Morgenwandelingen p 202. vrolijke bijeenkomsten en van het eene uiterste tot het andere overgaande, verbood hij de bijwoning daarvan aan zijne edelen, op straffe zijner ongenade en deed ver scheidene vrouwen van aanzien in kloosters overvoeren. Enz. 1). Floris II leefde in het begin der twaalfde eeuw, terwijl ’s-Gravenhage zich ruim 150 jaren later als dorp begon te ontwikkelen. Bij Andriessen begint de geschiedenis van den Haag evenwel iets vroeger. Hij zegt in oude boeken gevonden te hebben, dat „de vermaarde graaf Dirk III, die in 1039 overleed”, veel voor de verbetering van het Spui heeft gedaan, want dat deze ruime vaart vóór het jaar 1000 niets anders moet zijn geweest dan een slijkerige poel, zonder boomen en bestrating. Eenige ellendige hutten waren ter wederzijde van dezen modderpoel ruw en zonder orde opgeslagen en het waren niet dan schamele en behoeftige huisgezinnen van herders ofvisschers en jagers, welke dit Spui en dezen omtrek bewoonden, waarvan de Herders- en Herderinnestraat over de St. Antonie’s Burgwal, kunnen getuigen; doch gemelde graaf liet dit water uit diepen en met eene gemetselde schoeijng en het noodige paalwerk voorzienook gebood hij de bestrating en liet uit het fraai opgegroeide Haagsche bosch eenige jonge boomen, ter wederzijde van dit Spui planten, terwijl hij al verder, daarover de nu afgebrokene Trapjesbrug bouwde, opdat men, van wederzijden gemakkelijk bij elkander zoude kunnen komen. De aldaar staande slechte houten hutten deed genoemde graaf wegruimen; hij schonk derzelver eigenaars eenige schadevergoeding, met vrijheid om zich in eenen anderen oord der stad, onder de Uileboomen neder te zetten, waartoe hij hun aldaar den bouwgrond

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1910 | | pagina 318