3i4
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Paviljoensgracht.
Pinksterbloemenlaan.
’t eerste gezicht minder aannemelijk lijken, in elk geval
veel origineeler is.
„Intusschen wil men zegt hij dat in deze Oude
Molstraat oudtijds twee huizen stonden, waarin verblinde
heidenen werden opgenomen, welke zich bij de geestelijk
heid aanmeldden, om in de Christelijke leer onderwezen
en daarbij aangenomen te worden, en dat men die Blinde
Mollen genoemd zoude hebben, waardoor de Molstraat
dan ook al spoedig met dien naam gedoopt zoude zijn.”
Het huis, erf en tuin, genaamd de „Pincsterblom”, waar
naar deze laan is genoemd, komt voor het eerst voor
in 1637 en zal waarschijnlijk in 1636 of 1637 dien naam
Dit moet zijn Philips Doublet, zie pag. 256.
2) P. 310-
.De Heer Van Zuiden zegt, dat zij haar naam ontleent aan
het paviljoen van Joris Doublet, dat aan de zuidzijde van
deze gracht gelegen was, maar Andriessen zoekt een
deftiger oorsprong en oppert de veronderstelling, dat hier
voorheen een grafelijk jacht- of lusthuis zou hebben ge
staan, hetwelk, ter onderscheiding van het jachthuis in
het Haagsche Bosch, het Paviljoen werd genoemd en
waaraan deze gracht haar naam zou hebben ontleend. Hij
voegt er nog de phantastische mededeeling aan toe, dat daar
volgens eene oude beschrijving van ’s-Gravenhage een
gravinnenkluis stond, bestaande in twaalf kleine woningen
voor oude behoeftige vrouwen, welke daarin ten koste
der gravin, werden gehuisvest, gevoed en gekleed. 2)