3T7
HAAGSCHE STRAATNAMEN.
Praktizijnsh oek
Morgenwandelingen p. 231.
niet meer uit hunne huizen, maar alleen in de publieke
of stads-vleeschhallen mogten verkoopen, zetteden zij
zich, zooals nog heden plaats heeft, allerwegen in de
stad neder, en velerlei deftige winkeliers en anderen
vestigden derzelver verblijf in die druk bezochte straat”.
Vroeger genoemd „de hoek van den Hofsingel.”
Van Zuiden zegt „dat de tegenwoordige naam eerst tegen
het einde der achttiende eeuw voorkomt en waarschijnlijk
zijn oorzaak vond in het feit, dat de advocaat Schopman
daar van ongeveer 1750 tot 1806 woonde en kantoor hield.
Het komt mij voor, dat wij dit met vrij groote zekerheid
kunnen vaststellen, maar ik wil hierbij tevens een paar
kleine onnauwkeurigheden verbeteren; in de eerste plaats
komt de Praktizijnshoek reeds voor in het Berichtboekje
van den Haag over 1754 en in de tweede plaats kan de
advocaat Schopman daar onmogelijk hebben gewoond tot
1806 omdat hij reeds in Januari 1779 was overleden.
De naam schijnt ontstaan te zijn omstreeks 1750, want
toen Schopman in 1748 een huis aldaar kocht, wordt
de ligging nog omschreven als „op den grond van de
Grafelijkheid in den hoek van den Cingel.” Het is dus wel
meer dan waarschijnlijk, dat mr. Johannes Schopman, die
van 1727 af in den Haag de praktijk uitoefende, eerst
ten huize van zijn vader in de Torenstraat en daarna op
het Spui tegenover de Veerkade en van 1748 Januari
1778 in de Praktizijnshoek, de peter zal zijn geweest.
De naam Praktizijnshoek kreeg in de tweede helft der
achttiende eeuw nog meer reden van bestaan daar wij
er toen nog aantroffen den procureur Jacob Alexander